Experiment 6

Een ui bestaat uit rokken. Dit zijn sterk verkorte en verdikte bladeren. Er zitten geen bladgroenkorrels in. Wel bevatten de rokken veel reservevoedsel. Dit reservevoedsel is zetmeel en zit in zetmeelkorrels. Aan de buitenkant van een rok zit aan beide kanten een dun velletje. Dat velletje wordt de opperhuid genoemd. De opperhuid bestaat uit cellen die er ongeveer hetzelfde uitzien en ook dezelfde taak hebben. Men noemt zo'n groep cellen een weefsel. De cellen van de opperhuid hebben tot taak de bescherming van de andere cellen van de rok. Zo'n weefsel noemt men dekweefsel. Het dekweefsel van planten wordt dus opperhuid genoemd. De opperhuid bestaat meestal uit één cellaag.

Leerdoelen

• Je leert werken met een microscoop.
• Je leert hoe je een experiment kunt uitvoeren om meer te weten te komen het leven van een ui.
• Je leert een onderzoeksvraag op te stellen.
• Je leert onderzoek doen met behulp van het 7-stappencyclus.

Wat heb ik nodig

• Werkblad onderzoeken
• Hulpkaart microscoop
• Objectglas en dekglaasje
• stukje rode ui
• Prepareermaterialen
• Microscoop
• potlood en papier

Aan de slag!

Stap 1: Pak de hulpkaart en werkblad voor onderzoeken.

Stap 2: Vul de eerste twee stappen van het werkblad in.

Stap 3: Denk na over wat je wilt gaan onderzoeken met behulp van de microscoop en de rode ui. Bedenk hierbij een geschikte onderzoeksvraag met behulp van het vragenmachientje. Denk ook alvast na over mogelijke voorspellingen. Wat verwacht je te ontdekken?

Stap 4: Kies één onderzoeksvraag en bespreek met je leerkracht of de onderzoeksvraag goed is en uitgevoerd kan worden. Denk goed na over hoe je het onderzoek wilt gaan uitvoeren. Beschrijf deze stappen op het werkblad. Ga je iets vergelijken? Ga je iets onderzoeken, wat je niet zonder microscoop kunt zien?

Stap 5: Weet je precies wat je wilt gaan onderzoeken en hoe je antwoord gaat vinden op je onderzoeksvraag? Dan kun je beginnen met het uitvoeren van je experiment.

Stap 6: Schrijf een conclusie, waarbij je antwoord geeft op je onderzoeksvraag op het werkblad. Wat heb je onderzocht en kloppen je voorspellingen?

Stap 7: Presenteer jouw experiment aan minimaal twee klasgenoten. Maak gebruik van het werkblad en de verzamelde gegevens.

Stap 8: Verdiepen en verbreden, gebruik hiervoor het werkblad. Wat wil je nog meer te weten komen over dit experiment? Heb je al een nieuwe onderzoeksvraag voor een volgende keer?

Stap 9: Zorg ervoor dat alle materialen weer schoon opgeruimd worden.