Experiment 4

Stel je voor dat alle insecten 40, 100 of zelfs 400 keer zo groot zijn in de werkelijkheid. Durf je dan nog in het gras te liggen? Of in een zandbak te spelen? Tijdens dit experiment ga je onderzoeken hoe insecten eruit zien als ze 40, 100 of zelfs 400 keer zo groot zijn met behulp van een microscoop.

Leerdoelen

  • Je leert over het lichaam van een gevonden insect.
  • Je leert experimenteren met een microscoop.
  • Je leert met zorg omgaan met de natuur.
  • Je leert onderzoek doen met behulp van het 7-stappencyclus.

Wat heb ik nodig

  • Een insect
  • Een microscoop
  • Hulpkaart microscoop
  • Werkblad onderzoeken

Aan de slag

Stap 1: Pak het werkblad voor onderzoeken op het niveau dat je hebt afgesproken met de leerkracht.

Stap 2: Verzamel alle materialen.

Stap 3: Ga op het schoolplein opzoek naar een insect dat niet meer leeft. Zorg ervoor dat je een blaadje meeneemt of iets om het insect mee op te pakken voor je onderzoek.

Stap 4: Lees de hulpkaart van de microscoop goed door.

Stap 5: Vul de eerste twee stappen van het werkblad in.

Stap 6: Stel een onderzoeksvraag op wat jij wilt onderzoeken met behulp van de microscoop. Maak gebruik van het vragenmachientje.

Stap 7: Voer het experiment uit.

  • Leg de insect voorzichtig onder de microscoop en ga op onderzoek uit.
  • Teken op je werkblad wat je ziet en zonder microscoop moeilijk tot niet te zien is.

Stap 8: Schrijf bij stap 5 je conclusie

Stap 9: Presenteer je resultaten aan minimaal twee leerlingen. Gebruik hierbij je werkblad.

Stap 10: Wat wil je nog meer onderzoeken of te weten komen over dit insect? Met welk insect zal je dit insect willen vergelijken?

Experiment 4 Niveau 1
PDF – 273,6 KB 41 downloads